header afbeelding

Nieuwsbericht Vanuit autisme bekeken

Uit onderzoek blijkt dat het percentage lhbtqia+’ers hoger is onder autistische mensen dan onder de algemene bevolking. Het is dus belangrijk om daar ook bij VAB aandacht aan te besteden.

Zelf ben ik, Anne, autistisch en lesbisch. Hoewel ik accepteer dat ik lesbisch ben en zelden met stigma te maken krijg, stel ik me ik me weleens voor dat mijn leven makkelijker zou zijn als ik ‘gewoon’ heteroseksueel was. Andere lesbische vrouwen ontmoeten kan lastig zijn als je zoals ik niet graag naar cafés of prides gaat. Voelen autistische mensen zich eigenlijk wel thuis op evenementen voor lhbtqia+’ers? En zo niet, hoe zou dat toegankelijker gemaakt kunnen worden?

Autismediagnose, non-binair en seksualiteit


Jopie (ook wel bekend als blogger en activist Neuroelfje) is 32 jaar, biseksueel, autistisch en non-binair: “Ik denk dat ik al een hele tijd wist dat ik non-binair was, maar ik kon het voor mezelf nog niet accepteren. Ik heb mezelf altijd al een beetje vreemd gevonden, alsof ik op een andere golflengte leef dan andere mensen. Mezelf profileren als ‘vrouw’ heeft altijd een beetje als een performance gevoeld.”

Jopie gaat weleens naar prides en drag-evenementen, maar niet zo vaak als hen zou willen. “Ik moet zeggen dat ik veel lhbtqia+-evenementen extreem druk, luid en overprikkelend vind. Ik raak soms in paniek van grote mensenmassa’s, en er zijn vaak geen plekjes om je even terug te trekken om te ontprikkelen.”

Marleen is 41 jaar, aseksueel en non-binair: “Ik kreeg mijn autismediagnose net voor ik aan de middelbare school begon. Ik voelde me altijd al anders dan leeftijdsgenootjes. Pas veel later heb ik ontdekt dat het anders voelen niet enkel met mijn autisme te maken had, maar ook met mijn seksuele geaardheid. Ik zat op een hele moderne en hippe school. Mijn mentor gaf gewoon openlijk aan dat ze biseksueel was. We hebben het ook uitgebreid gehad over lesbisch en homo zijn. Maar tot mijn grote spijt zijn de woorden aseksualiteit en non-binair nooit ter sprake gekomen.”

Open zijn over haar aseksualiteit vindt Marleen nog lastig: “In veel artikelen over aseksuele vrouwen heb ik gelezen hoe erg buitenstaanders daarop kunnen reageren. Ze ontkennen bijvoorbeeld het bestaan van aseksualiteit of zeggen dat je gewoon nog niet de juiste man hebt gehad. Bij de bijeenkomsten van het COC over non-binair zijn heb ik van andere vrouwen gehoord over hun slechte ervaringen binnen de lesbische gemeenschap. Daardoor ben ik daar heel voorzichtig in en nauwelijks open over. Ik voel me veel te kwetsbaar voor reacties. Daarom vind ik het ook wel spannend om mee te werken aan dit artikel, maar tegelijkertijd ook belangrijk.” Marleen kiest er daardoor voor om alleen met haar voornaam in dit artikel genoemd te worden en zonder foto.

Lees hier het hele artikel op de website Vanuit Autisme Bekeken
telefoon icoon